Woordpakket 10A
ouders
regels
ridders
ruzies
schippers
stapels
stempels
vensters
wijzers
zusters
brieven
druiven
golven
proeven
schroeven
slurven
dozen
ganzen
glazen
grenzen
halzen
laarzen
prijzen
reizen
sluizen
1.
F wordt V Zet de woorden in het meervoud...
More
Woordpakket 10A
ouders
regels
ridders
ruzies
schippers
stapels
stempels
vensters
wijzers
zusters
brieven
druiven
golven
proeven
schroeven
slurven
dozen
ganzen
glazen
grenzen
halzen
laarzen
prijzen
reizen
sluizen
1.
F wordt V Zet de woorden in het meervoud
Één Twee Één Twee
Brief …………………
Druif …………………
Golf …………………
Slurf …………………
Proef …………………
Schroef …………………
2.
S wordt Z Zet de woorden in het meervoud
Één Twee Één Twee
Doos ………………………
Gans ………………………
Glas ………………………
Grens ………………………
Laars ………………………
Prijs ………………………
Reis ………………………
Sluis ………………………
Hals ………………………
3.
Zet de woorden in het meervoud
Één Twee Één Twee
ouder ………………………
ruzie ………………………
schipper ………………………
stapel ………………………
stempel ………………………
venster ………………………
regel ………………………
ridder ………………………
wijzer ………………………
zuster ………………………
Less